‘Wanneer ga je een keer een echt boek schrijven?’ durfde iemand laatst aan mij te vragen.
‘Een écht boek?’ herhaalde ik, terwijl ik mijn werk voor me zag.
Kaft, bladzijden, titel, isbn-nummer…, toch best wel echte boeken.
‘Ja, een boek voor volwassenen.’
Laat ik dat misverstand nu voor eens en altijd de wereld uit helpen: kinderboeken zijn echte boeken. En, om er nog een schepje bovenop te doen, iedereen zou van tijd tot tijd een kinderboek moeten lezen.
Eigenbelang? Nee hoor, het hoeft echt geen boek te zijn dat ik geschreven heb. Hoewel ik je uiteraard niet tegen zal houden ;).
Kinderboeken zijn zo geschreven dat ze begrijpelijk zijn voor kinderen. Dat betekent niet dat ze kinderáchtig geschreven zijn. Een klassieker als Alice in Wonderland bijvoorbeeld, pure fantasie, maar met situaties en dialogen waar je als volwassen lezer uren op door kunt kauwen (‘How long is forever?’ ‘Sometimes just a second.’).
5 redenen waarom iedereen kinderboeken zou moeten lezen, in willekeurige volgorde.
- Kinderboeken laten je onbevangen naar de werkelijkheid kijken. De manier waarop een kind zich verwondert over het alledaagse, is prachtig. Het kan enorm verfrissend zijn de wereld eens vanuit dit perspectief te zien. Stil te staan bij dat simpele margrietje in het grasveld of je af te vragen waarom mensen sneller vooruitkomen op twee voeten, terwijl honden er vier gebruiken.
- Kinderboeken brengen issues terug naar de essentie. Neem als voorbeeld het onderwerp LHTB. Volwassenen, al dan niet onder de LHTB-categorie vallend, hebben dit onderwerp nogal beladen gemaakt. Je mag er niet te weinig van vinden, maar ook niet te veel. Je moet ‘ze’ vooral ‘accepteren zoals ze zijn’, maar mensen die op grond van een bepaalde overtuiging vinden dat LHTB-liefde niet is ‘zoals het hoort’ mag je collectief de grond in trappen. Of trap je daarmee juist in diezelfde valkuil? Of, hoe, wat, feiten, meningen… ingewikkeld, hoor. Hoe heerlijk kan het dan zijn wanneer je leest dat een kind aanhoort dat ‘Elsa twee mama’s heeft’ en vervolgens aan Elsa vraagt of ze mee wil doen met verstoppertje. De twee moeders worden voor kennisgeving aangenomen. Niks meer, niks minder. Wat een opluchting.
- Illustraties. Menig boek voor volwassenen moet het doen met een saaie, weinig kleurrijke cover en een binnenwerk dat al helemaal geen illustraties bevat. Bij kinderboeken zie je hierin veel meer variatie. Niet alle kinderboeken hebben illustraties in het binnenwerk, maar zijn ze er wel dan is dit vaak een prachtige aanvulling op het verhaal.
- Je krijgt een kijkje in de wereld van het kind. Kinderen die nu opgroeien, groeien in een andere wereld op dan de wereld waarin de volwassenen van nu zijn grootgebracht. Als volwassene sta je erbij, kijk je ernaar en snap je de helft niet. Een kinderboek kan je laten inzien hoe deze wereld er vanuit kinderperspectief uitziet. Waarom is die game zo belangrijk? Wat mist een kind zonder mobieltje? Welke kansen en problemen leveren social media op in de wereld van een kind? Een boek geeft je de kans je hierin in te leven, zonder dat de hoofdpersoon zegt: ‘Laat maar, dat snap jij toch niet.’
- Nostalgie. Laten we deze reden niet vergeten. Waarom zou je niet opnieuw wegdromen bij een boek dat je vroeger verslonden hebt? Als kind las ik De Zevensprong van Tonke Dragt. Toen ik dit boek na jaren weer tegenkwam en als volwassene nog eens las, kreeg ik het gevoel dat ik had toen ik dit boek als kind las direct weer terug. Gouden moment. Bovendien ontdekte ik als volwassene meerdere lagen in het verhaal, die me als kind ontgaan waren. Een mooie bonus.
Lees jij kinderboeken?
Geef een reactie