Een paar weken geleden was ik aan het werk. Aan de keukentafel met de tuindeuren wagenwijd open. De zon scheen vrolijk naar binnen en een paar tuinen verderop klonk het vrolijke gelach van kinderen die buiten speelden. Niet bepaald bevorderlijk voor mijn werk, want ik zat tegen de deadline van een kerstverhaal aan te hikken.
Misschien hoor jij bij de optimisten die denken dat dit voor een schrijver geen enkel probleem is. Dat schrijvers zich helemaal af kunnen zonderen van de realiteit en in hun eigen, fictieve wereld leven. Een wereld waarin zonder enkele moeite de prachtigste teksten ontstaan.
Soms gaat dat inderdaad zo. Dan zit ik in een heerlijke flow en gaat het schrijven als vanzelf. Maar…, zo gaat het echt niet altijd! Die zomerse dag bracht mij bijvoorbeeld niet bepaald de gemoedstoestand die je nodig hebt om een paar herders door de heuvels van Bethlehem te laten dwalen. Ik rommelde wat aan. Schreef een alinea, las hem door en verwijderde hem weer. Ondertussen kwam de deadline dichterbij…
Gelukkig ken ik inmiddels -door schade en schande wijs geworden- een aantal trucjes die op zulke momenten uitstekend helpen.
Ik deel mijn top-3 met je:
- Muziek. Hoewel ik graag schrijf met stilte om me heen, kan muziek mij wel in de juiste setting brengen. Vooral instrumentale muziek, zonder teksten die me afleiden van mijn eigen teksten. Op internet is een simpele zoekopdracht (in dit geval dus ‘kerstmuziek’) genoeg om een lijst met allerlei mogelijkheden op te duikelen. Na een paar minuten luisteren naar de juiste muziek zit ik vaak helemaal in mijn verhaal.
- Research. Door je meer te verdiepen in een bepaald onderwerp, raak je er meer mee vertrouwd. Dat zorgt er vrijwel altijd voor dat het schrijven over dit onderwerp beter gaat. Ik las onlangs een interview met een schrijfster van historische romans. Zij gaat voor ieder boek dat ze schrijft een paar keer op bezoek ik een oud Engels landhuis. Voor ieder boek kiest ze een ander huis. Ze dwaalt er doorheen, gaat een half uurtje in de tuin zitten en luistert naar de geluiden. Ze maakt foto’s en aantekeningen van dingen die haar opvallen, zoals een loszittende steen in de muur of een bijzondere klok die ergens hangt. Ook dit is een vorm van research; ze onderzoekt de setting waar haar verhaal zich af gaat spelen. En al krijgt het landhuis in haar boeken een andere naam, en staat het in een fictieve plaats…,de schrijfster kan al die details en indrukken in haar verhaal verwerken en zo een dijk van een omgeving neerzetten die voor iedere lezer heel geloofwaardig overkomt.
- Moodboard. Soms helpt het me om een moodboard te maken, al ben ik helemaal niet zo beeldend ingesteld. Mijn moodboards bestaan trouwens niet alleen uit beelden, ik zet er ook woorden tussen. Bij voorkeur losse woorden, geen zinnen. Ik zoek foto’s en tekeningen uit die voor mijn idee goed passen bij het verhaal dat ik neer wil zetten. De kunst is om daar niet te lang over na te denken, maar direct aan te voelen of iets wel of niet past. Twijfel = niet doen. Door er op zo’n ongedwongen manier mee bezig te zijn, begint een verhaal vanzelf te leven en komen de juiste woorden naar voren.
Wat doe jij om jezelf weer op het juiste schrijfspoor te brengen?
Mario zegt
Ik gebruik vaak mindmappen. Ik schrijf woorden op en maak er dan een mind-map van die ik weer gebruik om structuur aan te brengen. Ben nu ook oude verhalen aan het verbeteren, hopende dat het dan wat beter op elkaar aansluit