Heb jij een verhaal geschreven? Helemaal top! Heb je, nadat je het laatste woord getypt hebt, je verhaal onmiddellijk de wijde wereld ingeslingerd? Risico!
Momenteel werk ik hard aan de eerste versie van een nieuw manuscript. Ik moet nog een paar hoofdstukken schrijven, en dan is het verhaal klaar. Stuur ik het dan direct door naar mijn uitgever, die er al op zit te wachten? Absoluut niet. Ik sluit het verhaal af en doe er even helemaal niks meer mee. Een dag of twee later kijk ik er weer met een frisse blik naar, en redigeer ik mijn eigen tekst.
Natuurlijk heeft de uitgever ook een redacteur in dienst, een heel erg goede zelfs. Die krijgt versie twee te zien. Geloof me, ook daar zit nog genoeg werk voor haar in ;). Het is nu eenmaal een feit dat je blind bent voor een aantal fouten/ verbeteringen die in je eigen tekst zitten. Maar een eerste ronde, kun je prima zelf doen en dat is zeker de moeite waard. Het vergroot je kansen op de slush pile (de stapel manuscripten die een uitgever toegestuurd krijgt) aanzienlijk.
Je eigen tekst redigeren in 10 stappen
- De eerste tip heb je eigenlijk al gehad: leg je tekst eerst een poosje weg, zodat je er met een frisse blik naar kunt kijken.
- Scan titels, hoofdstukken, tekstkoppen en inhoud.
Zijn de titels duidelijk? Slaan ze echt op de inhoud? Zijn ze niet te lang of te kort? - Is de inhoud geschikt voor de doelgroep?
Is je verhaal te begrijpen door je doelgroep? Gebruik je begrijpelijke taal? Spreekt het onderwerp je doelgroep aan? Heb je bij ieder hoofdstuk dezelfde doelgroep voor ogen? - Maak je gebruik van synoniemen?
Zorg ervoor dat je hetzelfde woord niet te vaak achter elkaar in de tekst hebt staan, dat leest niet lekker. Vervang woorden regelmatig door een synoniem. - Wissel zinslengte af.
Wissel korte en langere zinnen met elkaar af. Maak zinnen zeker niet té lang. In veel gevallen leest het prettiger wanneer je een erg lange zin, zoals deze bijvoorbeeld, in twee of wellicht zelfs drie stukken knipt omdat de betekenis van zo’n lange zin als deze begrijpen, meer van de hersenen van de lezer vraagt dan een kortere zin. - Vermijd overbodige woorden.
Dit zijn vaak kleine woordjes. Een vaak voorkomende is het woord ‘om’. In heel veel gevallen kan dit woord gewoon weggelaten worden. Soms zijn het ook complete zinnen die geschrapt kunnen worden. Bijvoorbeeld twee zinnen die eigenlijk hetzelfde zeggen, maar in verschillende woorden. - Controleer de interpunctie.
We hebben de leestekens niet voor niets uitgevonden. Het kan een wereld van verschil maken of een komma wel of niet geplaatst wordt.
Ik ben dol op mijn moeder eten en dansen.
Ik ben dol op mijn moeder, eten en dansen. - Controleer de beginwoorden van je zinnen.
Teksten worden al snel saai wanneer bijna iedere zin in een alinea met hetzelfde woord begint. Toch is dit iets dat in het vuur van je schrijfsessies nogal snel ontstaat. - Kloppen alle uitdrukkingen?
De kat in de pot vinden, in de boot gelogeerd zijn, één zwaluw maakt nog geen voorjaar… , ik heb ze allemaal een keer voorbij zien komen. Ze kloppen niet. Ook al heb je ze op deze manier van je aller-eigenste omaatje geleerd, doe je lezers een plezier en controleer de uitdrukkingen die je gebruikt. - Spelling.
Zelfs wanneer ‘t X-kofschip je favouriete vervoermiddel is, betekent dit niet dat jij foutloos hebt geschreven. Sterker nog, ik ken eigenlijk niemand die foutloos schrijft. Ga bij deze tip heel pietluttig te werk, je leest al snel over een spellingfout heen. (Zag jij hem?)
Geef een reactie