Wie zich een beetje verdiept in de techniek achter het schrijven van verhalen, stuit al snel op de uitdrukking show, don’t tell. Er zijn schrijvers die dit als een soort mantra voor zichzelf herhalen, en er zijn schrijvers die vinden dat de uitdrukking inmiddels achterhaald is en er veel te veel waarde aan gehecht wordt. Tijd om daar eens wat dieper in te duiken.
Show, don’t tell; wat wordt er eigenlijk mee bedoeld?
Wikipedia leert ons dat vertelde informatie vervangen moet worden door actie en dialoog. Persoonlijk vind ik dat geen volledige dekking van de uitdrukking. Het idee achter show, don’t tell is vooral: neem je lezers mee in het verhaal door hun emoties aan te spreken. Vertel niet afstandelijk wat er gebeurt, maar laat dit de lezer (deels) zelf ontdekken. Actie en dialoog zijn daar geschikte manieren voor, maar een slecht geschreven dialoog zal een lezer vooral in verwarring brengen.
Een simpel voorbeeld.
Daar loopt Janneke. Jip wordt boos zodra hij haar ziet.
De lezer weet meteen wat Jip voelt. Duidelijk, maar voor de lezer niet heel bijzonder. Iedereen is weleens boos. Gaat vanzelf weer over. De lezer vraagt zich hooguit af wat Janneke heeft uitgespookt.
Wanneer je het principe show, don’t tell toepast, beschrijf je zo’n situatie heel anders.
Daar loopt Janneke. Jips mond wordt een smalle streep in zijn gezicht. Hij knijpt hard in het lege colablikje. Het blikje kreukelt en een paar druppels cola spatten op zijn hand. Had hij Jannekes nek maar tussen zijn vingers!
Oei, dit doet veel meer met de lezer. Janneke moet wel iets heel ergs op haar geweten hebben, ze kan maar beter ver bij Jip vandaan blijven. Zou Jip zijn woede wel onder controle hebben? Door de emoties van de lezers aan te spreken, beleef je de scène op een heel ander niveau. Nergens staat dat Jip boos is, maar dat begrijpt de lezer zelf wel.
Show, don’t tell; hoe pas je dit toe?
Zoals al kort genoemd zijn actie en dialoog geschikte manieren.
De tell-manier:
Jip vertelde Janneke precies wat hij van haar vond.
De show-manier:
‘Weet je wie zich ook zo gedragen? Honden! En dan bedoel ik niet de keurig opgevoede huisdieren die je hier in de straat ziet, maar de straathonden die we op vakantie tegenkwamen.’
‘Jip…,’
‘Hou maar op met je neptranen. Ik snap niet dat ik niet eerder heb gezien welke goedkope manieren jij erop nahoudt.’
‘Maar je begrijpt het niet.’
‘Dat klopt. Ik begrijp niet hoe jij zo achterbaks kunt zijn. Je lijkt Donald Trump wel met je politieke gekonkel.’
Jip deed een stap naar voren. Janneke slikte en moest zich inhouden geen stap naar achteren te zetten.
Actie hoeft niet altijd samen te gaan met dialoog of hoofdpersoon. Denk ook aan het specifiek maken van bepaalde details.
De tell-manier:
Er zat een mierennest in de tuin.
De show-manier:
Een mierenleger marcheerde over de tegels. Precies bij de hoek van de tegel die iets hoger lag dan de rest verdwenen er mieren onder de grond, terwijl er gelijktijdig nieuwe mieren verschenen uit andere kieren rondom de tegel.
Feitelijk is dit ook een soort actie. Je beschrijft dat er een bepaalde actie plaatsvindt en de lezer trekt de conclusie dat er een mierennest in de tuin moet zitten.
Tot dusverre lijkt er niet veel mis te zijn met show, don’t tell. Dat klopt ook wel, wanneer het principe goed toegepast wordt, kan dit een tekst enorm verrijken.
Toch zijn er wat bedenkingen op te voeren.
Wanneer een schrijver overal waar het maar mogelijk is dit principe toepast, is de tekst voor de lezer bijna niet meer bij te houden. De tekst davert maar door en voor je de ene gebeurtenis in de juiste context geplaatst hebt, zit je alweer middenin de volgende. Kwam net het complete circus van Jeroen Bosch voorbijgerend, volgt nu dat kriebelende mierenleger alweer. En hoe zat dat ook alweer, had Jip zijn jeugdvriendin Janneke nu wel of niet vermoord?
Voor de broodnodige adempauzes in een verhaal, is tell een prima manier om even wat rust in de tent te brengen. Jip stond niet op het punt om Jannekes keel tussen zijn sterke vingers fijn te knijpen, zodat je haar nekwervels hoorde knappen. Nee, Jip was boos. Gewoon boos. Lekker normaal, iedereen is weleens boos. Daar hoef je niet direct iets mee.
Wanneer show en wanneer tell?
Dat verschilt per genre en per verhaal. Een vuistregel is: is een situatie niet belangrijk voor de plot van je verhaal? Besteed er dan niet teveel woorden aan en houd het bij tell.
Stel: Jip op de vlucht is voor de politie en in een vliegtuig naar Mexico springt. De vlucht verloopt voorspoedig, hoewel Jip enigszins nerveus is omdat hij zich afvraagt of de Mexicaanse politie hem op staat te wachten of niet.
Op zulke momenten is het goed om iets over de nervositeit van Jip te showen:
Ineens proefde hij bloed. Hij keek verbaasd naar zijn kortgekloven nagels. Hij was toch al jaren geleden gestopt met nagelbijten?
Hoe het vliegtuig eruit zag, hoelang de vlucht duurde en hoe knap de steward was, doet er minder toe. Dus laat dat ook lekker buiten beschouwing. Een korte sfeerschets kan goed zijn, maar meer is niet nodig. Houd het bij tell:
Jip nam dankbaar een kopje koffie aan van de steward.
Geef je hier meer aandacht aan de steward, dan verwacht de lezer dat deze een belangrijke rol in je verhaal gaat spelen en weg is de adempauze die je hier had kunnen creëren.
Conclusie: show, don’t tell is nog altijd actueel, maar wordt regelmatig overgewaardeerd. Tell, don’t show is af en toe ook noodzakelijk. Het gaat er vooral om dat jouw verhaal een goede balans tussen beide zaken kent.
Pas jij het principe show, don’t tell toe in jouw teksten?
Mirjam zegt
Goed en duidelijk stukje. Ik merk wel dat ik als ik een eerste versie van een verhaal schrijf, veel meer tell gebruik en dat ik het bij het herschrijven wat uitgebreider maak. En andersom gebeurd ook regelmatig. De richtlijn ‘is het belangrijk voor het plot?’ vind ik echt een goede, daar ga ik me vanaf nu nog meer aan houden!
Giovanna Jansen zegt
Wat grappig Mirjam, zou doe ik het meestal ook. In de eerste versie van mijn verhaal schrijf ik automatisch met meer tell en bij het herschrijven wordt het uitgebreider en komt er meer show in.
Giovanna jansen zegt
Mooi artikel! Ben het met je eens dat het zeker heel belangrijk is in je verhaal maar dat het soms wel eens over gewaardeerd wordt.
Goeie tip om te kijken naar hoe belangrijk het stukje in het verhaal is, om te kiezen voor tell of juist show.