Als ik vertel hoeveel tijd er zit tussen het moment dat ik mijn manuscript inlever en het moment dat dit in boekvorm in de winkel ligt, krijg ik vaak verbaasde blikken. Waarom duurt dat zo lang? Om die vraag te beantwoorden geef ik je een inkijkje in het proces dat volgt op de schrijffase.
Het manuscript waar ik momenteel aan werk, nadert het einde. Nog één hoofdstuk en een aantal gespreksvragen schrijven, en het derde verhaal over Maffe meester Daan is af. En dan? Dan even niks.
Pas na een paar dagen, open ik het document weer. Ik lees het van A tot Z door, verbeter de spelfouten die ik zie, verfraai hier en daar een zin en pas nog wat dingen aan waar ik bij nader inzien toch niet tevreden over ben. Soms gaat het om kleine details, maar het gebeurt ook weleens dat ik een compleet hoofdstuk schrap of herschrijf. Doordat ik het manuscript een paar dagen aan de kant heb gelegd, kijk ik er in deze fase met een andere blik naar en vallen mij ineens dingen op waar ik tijdens de schrijffase al meerdere keren overheen heb gelezen.
Wanneer ik tevreden ben, mail ik het manuscript door naar mijn redacteur en kan ik weer een poosje achteroverleunen. Bij wijze van spreken dan, want er ligt altijd wel een andere tekst te wachten. Of een administratief klusje. Of een aanpassing aan mijn website. Of…nou ja, je begrijpt het idee.
Na een paar dagen of weken (afhankelijk van wanneer het boek wordt uitgegeven) krijg ik het manuscript retour. De redacteur heeft het gelezen en de nodige op- en aanmerkingen in de kantlijn geschreven. Vrijwel altijd nuttige wenken, die ik graag opvolg. Het kan hier om allerlei dingen gaan. Soms beginnen er in een alinea meerdere zinnen met hetzelfde woord. Dat leest niet lekker. Het kan ook voorkomen dat ik een blauwe fiets ineens veranderd heb in een geel exemplaar. Niet handig. Af en toe heb ik een scène uitgewerkt op een manier die de redacteur niet helemaal kan volgen. Dan heeft zo’n tekst nog wat extra uitleg nodig, zodat alle lezers mee kunnen komen met het verhaal.
Nadat ik alle feedback heb verwerkt, stuur ik het aangepaste manuscript weer terug.
Vanuit de uitgeverij gaan nu meerdere lijntjes lopen. De illustrator (die vaak ook al in een eerder stadium meeleest, zodat ze alvast wat schetsen en een cover-illustratie kan maken) gaat aan de slag. Een corrector leest het manuscript nog eens minutieus door, op zoek naar de laatste spel- en stijlfouten en de marketingafdeling neemt het boek op alvast op in de catalogus. Ook worden dingen geregeld zoals het aanvragen van een ISBN en het doormeten van het leesniveau.
Wanneer de illustraties af zijn, de tekst helemaal doorgespit is en illustrator, redacteur en ikzelf tevreden zijn, komt de vormgever om de hoek kijken. Hij denkt na over een geschikt lettertype en de lettergrootte. Hij zorgt ervoor dat de illustraties op de juiste plek bij het verhaal geplaatst worden, doet nog een berg andere ‘vormgevingsdingen’ (bestaat daar een mooi, Nederlands woord voor?) die per manuscript verschillen en stuurt vervolgens een proefdruk.
De proefdruk komt via de redacteur weer bij de illustrator en mijzelf terecht. Wanneer we hier alledrie tevreden over zijn, kan het bestand richting de drukker, die er vervolgens een echt boek van maakt.
De afdeling verkoop van de uitgeverij zorgt ervoor dat boekhandelaren op de hoogte zijn van het bestaan van dit boek. De boekenvoorraad wordt meestal ondergebracht bij het Centraal Boekhuis, dat ervoor zorgt dat de distributie van magazijn naar boekhandel vlot verloopt. En tot slot is daar de klant, die het boek ziet liggen, aanschaft en hopelijk veel plezier aan het boek zal beleven.
Je begrijpt dat een boek niet van de een op de andere dag in de winkel ligt. Het manuscript dat ik deze week af hoop te ronden, zal bijvoorbeeld pas in het najaar in de winkel liggen. Sterker nog: het manuscript dat ik hiervoor afrondde, ligt nog niet eens in de winkel. Maar dat is dus geen enkele reden tot zorg.
Geef een reactie